0

Thalita de Jong: hoe ik mijn energie balanceer als topsporter

Banner Thalita

Thalita de Jong is een Nederlandse wielrenster en veldrijdster. Als veldrijdster werd ze Nederlands, Europees en wereldkampioene: een echt topsportster dus! Voeding is een super belangrijk onderdeel in de (duur)sport, daarom is ze voortdurend bezig dit te balanceren om zo tot deze topprestaties te komen. Ze geeft ons elke maand een kijkje in de wereld van haar topsport!

Tijdens het beoefenen van een duursport, in mijn geval is dat fietsen, verbruikt mijn lichaam 2 soorten brandstof: vetten en koolhydraten. Hoe hoger de inspanning, hoe meer energie er vrij komt uit koolhydraten: dit komt doordat je lichaam koolhydraten sneller omzet in energie dan vanuit de vetten.

Maar ons lichaam heeft maar een beperkte voorraad aan koolhydraten en wanneer dit op raakt ontstaat er een hongerklop. Dit is een sportterm voor het plotselinge te kort, voor de gemiddelde Nederlander staat het waarschijnlijk meer bekend als de man met de hamer tegenkomen. Op dit moment schakelt je lichaam over op vet- en eiwitverbranding wat mijn maximale prestatie in de weg kan staan.

Daarom is het belangrijk om vóór en tijdens het sporten de voorraden aan te vullen. 1 a 2 dagen voorafgaand aan mijn wedstrijd zorg ik ervoor dat ik meer koolhydraten (pasta, brood, havermout, bananen, energierepen, etc.) eet en ik blijf deze aanvullen tijdens de wedstrijd. Het ideale scenario is 90 gram koolhydraten per uur op te nemen. 90 gram is veel, ik zit aan 60 gram koolhydraten per uur, maar ik begon met enorm weinig koolhydraten. Een deel van mijn training bestaat dus uit het leren eten van al deze extra koolhydraten, hier moet je lichaam namelijk aan wennen.

“EEN DEEL VAN MIJN TRAINING BESTAAT UIT HET LEREN ETEN VAN AL DEZE EXTRA KOOLHYDRATEN, HIER MOET JE LICHAAM NAMELIJK AAN WENNEN.”

Zo at ik bijvoorbeeld vroeger weinig op de fiets, omdat ik vaak meteen na mijn havermout ontbijt de fiets opstapte en eigenlijk dacht dat dat wel voldoende was. Tot 1,5 a 2 uur trainen lukt dit wel, maar daarna zullen je voorraden snel opraken waardoor mijn prestatie zal verminderen en ik ook nog eens de rest van de dag honger momenten zal hebben, waardoor ik dan ga snaaien…

Het is eigenlijk simpele wiskunde: ik rij met producten van Sanas. In iedere reep, gel en isotone drank zit 30 gram koolhydraten. Dat betekent ieder uur van alles één. Dus, één bidon isotone drank, één reep en één gel. Ook na de inspanning moet je je voorraden weer aanvullen om zo voor de rest van de dag en de dag erna voldoende voorraad te hebben. In het ideale geval doe je dit binnen één uur en met een hoeveelheid van ongeveer 1 gram per kilogram lichaamsgewicht.

Maar waar haal ik mijn koolhydraten uit vóór mijn training? Ik ontbijt eigenlijk altijd met havermout en momenteel die van Meesters van de Halm. Hier voeg ik vaak zaden, noten en nog wat muesli aan toe in combinatie met vers fruit. Voor mij is dit de beste, fijnste en vooral ook de lekkerste koolhydraatrijke voedingsbron. Voor mij is het ontbijt altijd echt een genietmomentje!